Wie valsspeelt krijgt straf, maar het algemeen belang mag er niet aan ten onder gaan.
Na een lange periode van wikken en wegen hebben de Gedeputeerde Staten van Flevoland, Overijssel en Gelderland gezamenlijk besloten tot het definitief intrekken van de concessie IJssel-Vecht die vervoersbedrijf Keolis vorig jaar gegund was. Deze zou 13 december ingaan voor de komende tien jaar. De concessie is ingetrokken omdat, naar achteraf bleek, bewust beloftes zijn gemaakt door Keolis die zij niet waar kunnen maken. Dit via zogenaamde sideletters met leveranciers van bussen en batterijen.
Tijdens de Statenvergadering van 8 juli heeft de PvdA al aangegeven het voorgenomen besluit van de Gedeputeerde Staten te steunen: vals spel moet altijd afgestraft worden. Het gaat hier over een concessie voor 10 jaar waar een bedrag van 900 miljoen euro aan gekoppeld is. Deze miljoenen zij afkomstig uit publieke middelen. Vervoersbedrijven mogen, ook bij aanbestedingen in de toekomst, niet de indruk krijgen dat ze door te liegen meer kans maken op het krijgen van concessies.
Echter maakten we ons toen al ernstige zorgen over de impact die deze keuze zou hebben op de uitvoering van de dienstregeling, maar bovenal over het personeel van Keolis. De vervoerder had tijdens de aanbesteding vorig jaar namelijk veruit het beste bod als het ging om werkgelegenheid, de hoeveelheid vervoersbewegingen en ook erg belangrijk: duurzaamheid. Mocht een andere vervoerder de concessie over moeten nemen dan zal de kwaliteit voor reiziger en werknemer stukken lager zijn. Ineens waren er 260 banen in gevaar, deels van mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Dat mogen we niet laten gebeuren.
Ineens waren er 260 banen in gevaar, deels van mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Dat mogen we niet laten gebeuren.
Om deze reden ben ik dan ook, samen met collega-Statenlid Freek Rebel van de ChristenUnie, zo snel als mogelijk was op werkbezoek gegaan naar de chauffeurshub in Apeldoorn waar we met de regiomanager van Keolis, vakbonden en chauffeurs over de problemen in gesprek gingen. De zorgen die we hebben uitgesproken in de Statenvergadering hoorden we daar overduidelijk terug. Twee vrouwen die ik in die kantine sprak zeiden het erg treffend: “Moeten wij nu écht de dupe worden van het prutswerk van twee mannetjes achter een bureau?”. Dat kwam binnen en maakte me meer nog meer vastberaden: wij zullen ons als PvdA voor deze werknemers blijven inzetten.
“Moeten wij nu écht de dupe worden van het prutswerk van twee mannetjes achter een bureau?”
Nu het stof is neergedaald, en de gevolgen van de beslissing door Gedeputeerde Staten helder zijn uitgelegd in een Statenbrief, maken we op dat de gedeputeerde onze zorgen heeft gehoord. Keolis zal zoals het nu lijkt de zogenaamde noodconcessie vervullen de komende twee jaar, terwijl een nieuwe aanbestedingsronde in de maak is. Dit zorgt voor stabiliteit voor reizigers en personeel. Of Keolis over twee jaar mee mag dingen naar de concessie hangt af van hoe goed ze hun integriteit in ere herstellen. Wat ons betreft begint dat met het vervullen van de noodconcessie en vooral: mét de 260 extra banen die ze in hun bod hadden staan. We zullen dat als PvdA nauw in de gaten blijven houden.
De casus Keolis geeft te vragen: is het bij het aanbesteden van dergelijke gigaprojecten wel verstandig om het vervoer aan enkele oligopolisten over te laten? Is er wel sprake van eerlijke concurrentie? Zijn de bedrijven eigenlijk niet too big to fail? Dat lijkt ons een zaak om landelijk op te pakken. Voor nu lijkt het er in elk geval op dat de bussen in de regio IJssel-Vecht blijven rijden en dat chauffeurs en ander personeel hun geliefde baan kunnen behouden. Zo werken we eraan dat iedere Gelderlander zeker kan zijn van een eerlijke toekomst.