PvdA en D66 stellen vragen over Gelderse klimaatadaptatie

Het klimaat verandert. De provincie Gelderland heeft ambitieuze doelstellen met betrekking tot het matigen van de klimaatverandering. Zo wil de provincie bijvoorbeeld 55% minder CO₂ uitstoten in 2030. We kunnen alleen niet blind vertrouwen op onze ambities, want op dit thema zijn wij ook erg afhankelijk van het gedrag van andere regio’s en landen. Precies om deze reden is er aandacht voor klimaatadaptatie, het verminderen van de effecten van de klimaatverandering, in het coalitieakkoord. Hierin is te lezen dat de provincie een wettelijke, maar ook een stimulerende en faciliterende rol heeft wat dit betreft.

In de Perspectiefnota 2021 schrijft Gedeputeerde Staten dat ze in het najaar van 2020 het Integraal Programma Klimaatadaptatie 2020-2023 willen voorleggen aan Provinciale Staten. Het belang van een goede strategie op klimaatadaptatie mag absoluut niet onderschat worden: het is potentieel van levensbelang.

Het belang van een goede strategie op klimaatadaptatie mag absoluut niet onderschat worden: het is potentieel van levensbelang.

Nu al heeft Vitens de druk op waterleidingen verlaagd in verband met de huidige droogte, die naar verwachting nog wel even duurt. Dit is slechts een voorbeeld van wat we de komende jaren gaan zien: van grote droogte tot overstromingen en veel stormschade.

Afgelopen week lazen we in De Gelderlander een uitgebreid stuk over de nu al zichtbare effecten van klimaatverandering in Gelderland. Hieruit maken we op dat Gelderse gemeenten vaak geen beleid hebben op het aanpassen op de huidige omstandigheden, wat ook onder klimaatadaptatie valt. Dit terwijl we momenteel de allerdroogste lente hebben sinds de metingen zijn gestart. De hittestresskaart wijst zelfs aan dat in een flink aantal plaatsen in Gelderland de gevoelstemperatuur potentieel kan oplopen tot 52 °C. Dit is zeer zorgwekkend. Naar aanleiding hiervan hebben wij samen met D66 Gelderland een aantal vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten.

We hebben momenteel de allerdroogste lente sinds het begin van de metingen.

1. Is Gedeputeerde Staten het met ons eens dat beleid op klimaatadaptie in toenemende mate belangrijker worden naarmate de gevolgen van de klimaatverandering steeds zichtbaarder worden?
2. Klopt het dat alleen de regio Rijk van Maas en Waal een Regionale Adaptiestrategie (RAS) heeft opgesteld?
3. Is de gedeputeerde voornemens om zo spoedig mogelijk ook met andere egio’s om tafel te gaan om een RAS op te stellen en uit te voeren?
4. Indien ja; hoe zijn deze regio’s opgesteld?
5. Wanneer verwacht de gedeputeerde dat alle Gelderse regio’s een RAS hebben?
6. Gaat de gedeputeerde erop toezien dat de regio’s hun actiepunten zo concreet mogelijk maken in hun RAS, zoals het Rijk van Maas en Waal dat al heeft aangegeven als leerpunt?
7. Hoe kijkt de gedeputeerde naar de bestuurlijke verhoudingen bij het opstellen van Regionale Adaptiestrategieën en welke rol ziet de gedeputeerde weggelegd voor de provincie hierin?
8. Heeft Gedeputeerde Staten al concretere doelstellingen, naast de benoemde integrale blik in het coalitieakkoord, op klimaatadaptatie in de komende jaren?
9. Kunnen we erop rekenen dat, ondanks eventuele vertraging door de coronacrisis, het Integraal Programma Klimaatadaptatie 2020-2023 dit najaar wordt voorgelegd aan Provinciale Staten?