Een paar weken geleden ontdekte ik de podcast Groene Oren van Staatsbosbeheer. Hierin interviewt Chris Keijne verschillende planten en dieren zoals de Amerikaanse rivierkreeft, vliegenzwammen, een otter en fluitekruid. Artiesten zoals Gijs Naber, Brigitte Kaandorp en Leopold Witte hebben zich goed ingeleefd in hun karakter.
Een aflevering in het bijzonder kwam in me op toen ik alle stukken aan het doorlezen was. De aflevering met Paulien Cornelisse die als Eik het gesprek aanging. Ze wist niet meer precies hoe oud ze is, was bezig met personal growth en ze ziet dieren komen en gaan. De zin die me het meeste bijbleef is: “Ik beweeg niet door de ruimte, ik beweeg door de tijd.”
“Ik beweeg niet door de ruimte, ik beweeg door de tijd.”
Een landschap heeft beide in zich. Het beweeg zich door de ruimte én door de tijd. Als dochter van een stedenbouwkundige heb ik al vroeg geleerd landschappen te lezen. Waarom zit iets op een bepaalde plek? Wat voor functie heeft een es aan de rand van het dorp en waarom wil je daar niet bouwen? Hoe past een kleinschalig coulisselandschap niet meer bij de huidige landbouw, maar is het wel goed voor de biodiversiteit? U begrijpt: een autoritje met mijn vader is altijd uitdagend.
Landschap verandert, is vloeibaar en past zich aan aan de opgaven van onze tijd. Daar heeft de provincie een grote rol in. Omdat de opgaven die wij hebben leiden tot ingrijpen in ons landschap hebben we regels nodig. Deze regels beschermen onze landschappelijke kernkwaliteiten. Om te weten wat we precies willen beschermenmoeten we beschrijven wat deze kwaliteiten dan zijn in elf streekgidsen. So far, so good.
Dit is een wijziging van het huidige kader dat we hebben rond het landschapsbeleid. Dat wordt duidelijk omschreven in de bijlage bij de Statenbrief. Het trekt ons huidige beleid rond de nationale landschappen in en het vult onze huidige witte vlekken op in ons landschap met nieuwe invulling vanuit de elf streekgidsen.
Ik wil niet de discussie herhalen die gevoerd is in het debat over het Gelders Warmte Infra Bedrijf, maar ik was verbaasd dat er geen vervolgvoorstel met besluitpunt gekomen is vanuit Gedeputeerde Staten. Nu heb ik begrepen dat dit ook niet gevraagd is tijdens de oordeelsvormende vergadering. Daarom stel ik mijn vraag aan mijn collega-Statenleden: waarom is dit eigenlijk niet gebeurd?
Wij als Provinciale Staten gaan over de kaders: ik had deze wijziging van ons beleid willen bekrachtigen met een besluit vanuit ons, vanuit Provinciale Staten. Die kans hebben we nu niet. Hier praten we nog verder over wanneer we opnieuw in gesprek gaan over de mandaatverordening, dus voor nu parkeer ik deze en neem ik het mee als voorbeeld naar die discussie.
Als PvdA kunnen we instemmen met het nieuwe landschapsbeleid. Door de opgaves in woningbouw, transities in de landbouw en energie en tientallen andere dingen wordt ons landschap anders. Landschap is vloeibaar. Het is goed dat wij hier blijvend aandacht voor hebben én houden.