Foto: KulturSthlm
Een goede maand geleden. De NPO besteedt de hele dag aandacht aan racisme in Nederland.
Het brengt mij terug naar een avond niet zo lang geleden. Uit eten met vrienden.
Door COVID-19 zitten wij op anderhalve meter afstand van elkaar. Terwijl mijn drankje wordt opgenomen begint aan de andere kant van de tafel op drie meter afstand het gesprek. Ik hoor het niet goed omdat de ober nog met mij in gesprek is, maar met dat halve oor vang ik het woord ‘demonstratie’ op. Als ik mijn drankje heb besteld buig ik mezelf naar voren om duidelijker te horen wat er gezegd wordt.
“Verschrikkelijk wat er gebeurd is in Amerika. Die beelden waren zo indringend. De demonstratie in Arnhem was geweldig. Het kwam zó binnen. Zo goed dat er zoveel mensen waren. Die sprekers ook, wat een impact. We stonden zij aan zij, zo belangrijk de demonstratie voor Black Lives Matter.”
Ik reageer en geef aan dat ik ook bij de demonstratie was. Hoe belangrijk het inderdaad is dat het ook in Arnhem heeft plaatsgevonden. Hoe heftig het voelde om daar te staan. Het gesprek kabbelt voort over dit onderwerp. Mijn toon is bijna neutraal, alsof het een onderwerp is wat ik dagelijks bespreek. Alsof het mij nagenoeg geen moeite kost.
Naast mij zit een van mijn vrienden. Een witte man. Net als de rest van het gezelschap. Allemaal wit. Hij luistert naar wat er gezegd wordt. Als er even een stilte valt zegt hij: “Ik ben niet verantwoordelijk voor het verleden. Ik heb dat niet gedaan. Ik ben mezelf en ik doe niemand kwaad of tekort. Het is ook heel lang geleden.” De rest van het gezelschap is in shock over zijn uitspraken. “Ja,” reageert zijn partner “Zo denkt hij erover.” Ze kijkt hem onderzoekend aan terwijl de anderen hierover weer in gesprek gaan.
“Ik ben niet verantwoordelijk voor het verleden. Ik heb dat niet gedaan. Ik ben mezelf en ik doe niemand kwaad of tekort. Het is ook heel lang geleden.”
Zijn woorden raken mij diep. Ik verstil compleet. Het enige wat ik nog hoor is de echo van zijn woorden. Ze galmen door in mijn hoofd, in mijn ziel. Landen op een smeulend vuurtje in mijn binnenste. Ik voel de boosheid, ik voel de beklemming. Tegelijk woedt er een strijd in mij. Ga ik wat zeggen? Wat moet ik zeggen? Hoe kan ik het zeggen?
“Het is helemaal niet lang geleden” zeg ik uiteindelijk met een omfloerste stem. Op dat moment is hij de enige die mij hoort. In 1863 werd de slavernij in Suriname afgeschaft, tien jaar later waren de tot slaaf gemaakte Afrikanen echt vrij. Al die tijd vernederd, mishandeld, verkracht, vermoord, onteerd. Het is helemaal niet zo lang geleden en het is ook niet in het verleden, want ik zit hier naast jou. Ik ben die herinnering, die zwarte vrouw. Als nazaat van deze slaven.
Ik ben geen slachtoffer, maar toch voel ik die pijn. Omdat mijn ouders tegen mij hebben gezegd: spreek de taal goed, anders maken ze je belachelijk. Let op hoe je je gedraagt want ze pikken je er altijd uit. Je hebt het altijd gedaan. Je wordt extra gecontroleerd, ga op tijd onderweg. Omdat alle zwarte ouders hun kinderen waarschuwen om op te passen in de witte maatschappij. Je wordt gezien als minderwaardig. Ze willen je voorbereiden. Ze willen je weerbaar maken op basis van hun eigen ervaringen. Ervaringen van racisme, discriminatie. Vernedering, uitsluiting en pijn.
Dus het is dichtbij, want ik zit hier naast je. De slavernij heeft zo’n diepe kerf in onze ziel gemaakt dat zwarte mensen onderling nog te maken hebben met een wantrouwen naar elkaar. Ook een bittere nawee van de slavernij.
Ik spreek de woorden uit, nog steeds met een omfloerste stem maar allengs krachtiger. Nu luistert het hele gezelschap naar mij. Van binnen tril ik als een rietje. Zelfs hier, bij mensen bij wie ik mij veilig en vertrouwd voel, is het moeilijk om mij over racisme uit te spreken.
Door de doodgedrukte George Floyd in Amerika is er al weken, al maanden een bewustzijn aan de gang. Demonstratie op demonstraties in de hele wereld. Ook in Nederland, stad na stad spreekt zich uit tegen racisme, tegen de ongelijke behandeling van zwarte mensen. De stem wordt luider, krachtiger. In het collectief zit de stem van de individuele persoon, die zich door de roep van velen gesterkt voelt om zich ook uit te spreken. Een grote winst noem ik het, dat steeds meer zwarte mensen zich individueel uitspreken; voetballers, hockeyers, de artiesten. Niet de angst voorbij, maar wel hun stem gevonden.
Het is nú de tijd om echt te luisteren. Jonge mensen in alle kleuren demonstreren. Het is genoeg. Het kan niet meer zo. Het is die andere mens die zo dichtbij je staat en toch wil je nog steeds niet erkennen dat wat er gebeurd is niet kan. Twee mensenlevens geleden, 150 jaar geleden. Dit galmt in de generaties nu nog steeds door. Een PTSS waarvoor je vijf generaties nodig hebt om er overheen te komen.
Het is nú de tijd om echt te luisteren. Jonge mensen in alle kleuren demonstreren. Het is genoeg. Het kan niet meer zo.
Mijn witte vriend is niet verantwoordelijk voor de slavernij. Niet persoonlijk. Er is een collectief besef nodig om te erkennen dat die verantwoordelijkheid er zeker wel is. Deze pijn kan alleen verzacht worden door je uit te spreken. Hoe moeilijk het soms ook is.
Alleen als we er met z’n allen aan werken bannen we het uit. Racisme moet besproken worden op scholen. Het koloniale verleden moet in haar ware gedaante getoond worden. Het is onze gezamenlijke geschiedenis en we moeten dat uit durven te spreken. In plaats van het te ontkennen. Op die manier moet het bewustzijn gevoed worden.
De jongste generatie is op de hoogte en leert van het verleden. Het is die jonge generatie die in alle breedte nu de toon aangeeft. Op het Malieveld, op De Dam, op de Markt in Arnhem, in straten over de hele wereld, kwam de jeugd in alle kleuren op voor acceptatie en gelijkheid. Zij geven nu de ouderen ook een stem, zij geven de erkenning die zo hard nodig is.
Ik ben hoopvol gestemd dat dit zich doorzet. Dat wij het vol houden om hier over te blijven praten. Na alle demonstraties, na heel veel media-aandacht. Dat het niet alleen een moment is, omdat iedereen het er toch over heeft, dat wij er dan ook maar over praten. Vanuit empathie en verbinding, waarbij wit zich verplaatst in zwart. Opdat je mogelijk kan ervaren hoe het is, als je een andere huidskleur hebt en wij samen zullen het verschil nu moeten maken.
Ons uit durven spreken, het te ongemak voelen om dat te doen, want zonder wrijving is er geen glans.
Zonder wrijving is er geen glans.
Ik wil dit gesprek aangaan. Hopelijk u ook. Samen. Hardop zeggen wat dit met ons doet en hoe wij hier samen uit gaan komen. Ik ben er klaar voor, dus bel of mail mij en ook wij kunnen dit gesprek aangaan. Wij tweeën, of met uw lokale afdeling van de PvdA erbij. Ik hoor het graag!