“Laat mij er eens door, verdikkeme!” — een portret van Ien Dales

10 januari 2020
Bron: Gaykrant | Tekst: Paul Hofman | Klik hier voor originele artikel

Het is een ijskoude januaridag in 1994 als de dan 62-jarige minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales overlijdt. Haar plotselinge dood brengt een schok teweeg. Met haar tas nonchalant over de schouder, de onvermijdelijke bloemetjesjurk en nietsverhullend taalgebruik verovert ze de politiek én de harten van de mensen. Chagrijn of charmant? “Laat mij er eens door, verdikkeme!” Een portret van een vrouw van formaat.

Beton

In 1931 wordt ze in Arnhem geboren. Samen met haar broer en zuster heeft ze er een gelukkige jeugd. Haar vader is eigenaar van een groothandel in bouwmaterialen. Ze groeien op in een gegoede buurt. In het gezin speelt het Nederlands-Hervormde geloof een belangrijke rol. Hier ligt de kern waar later alles in haar leven zal draaien. Als ze tien jaar oud is, sterft haar vader. Ien, wier volledige voornamen Catherina Isabella zijn, is kapot van verdriet. Haar moeder gaat niet bij de pakken neerzitten en wil niet van een uitkering leven. In die tijd zijn er geen sociale voorzieningen en bovendien is de oorlog net begonnen. Haar moeder besluit te gaan werken waardoor Ien al op jonge leeftijd leert voor zichzelf op te komen. Vriendinnen uit haar pubertijd omschrijven haar als ‘zo gesloten als wat’.

“Voor flauwekul heb ik geen tijd.”

Flauwekul

Ien is leergierig en ze droomt ervan naar de universiteit te gaan. Maar thuis moet ieder dubbeltje omgedraaid worden. Wel gaat ze met een beurs naar het grootste kerkelijke opleidings- en vormingsinstituut in Nederland. Daar wordt ze begin jaren vijftig opgeleid als werker in kerkelijke arbeid en jeugdwerkleidster. Ze haalt zelfs haar diploma als evangeliste. Maar op de zeepkist wil de bevlogen Ien absoluut niet staan. Een jeugddroom is uitgekomen. Ze is volmaakt gelukkig. Later wordt ze zelfs directeur van de opleiding. In totaal is Ien achttien jaar aan het instituut Kerk en Wereld verbonden. Dat ze kiest voor het lidmaatschap van de PvdA verrast niemand. Solidariteit en oprechtheid, zijn haar ankerpunten. “Voor flauwekul heb ik geen tijd.” zegt ze.

Doorpakken

Begin jaren tachtig zit in Rotterdam een doortastende vrouwelijke wethouder. Na een grootschalige fraude bij de Gemeentelijke Sociale Dienst wil deze de dienst reorganiseren. Deze vrouw heet Elisabeth Schmitz en zoekt een geschikte kandidaat voor deze rol. Een uitgelezen kans voor Ien Dales. Haar naam is meerdere malen voorbijgekomen op het Rotterdamse stadhuis. Na een eerste kennismaking klikt het tussen de wethouder en de kandidate voor de functie van directeur. Op dat moment kan nog geen van beiden bevroeden dat ze onafscheidelijk worden.

In het sollicitatiegesprek krijgt ze de opdracht de bezem door het ambtelijke bolwerk te halen. Voor de leidinggevenden een bittere pil maar voor de rest van de ambtenaren is ze vanaf de eerste dag een held. Met haar aanpak baart Ien opzien. Niet zeuren maar doorpakken, is haar credo. Al snel wordt de kettingrokende directeur een graag geziene gaste.

Burgemeester van Amsterdam?

Binnen de Partij van de Arbeid heeft ze haar visitekaartje afgegeven. Het verbaast niemand als ze in 1981 voor het staatssecretariaat Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het tweede kabinet Van Agt wordt gevraagd. Maar als ‘haar’ minister Den Uyl van haar eist dat ze in de Ziektewet moet ingrijpen, volgt al snel het waterloo voor het kabinet. Politiek blijkt haar op het lijf geschreven. Ze wordt Kamerlid en zal dat vijf jaar met plezier zijn. Als in 1983 het burgemeesterschap van Amsterdam vrijkomt, solliciteert ze. Maar voor Ien komt het te vroeg.

Doortastend, rechtlijnig, bot, direct, bars maar wel heel deskundig zijn maar enkele omschrijvingen. Als ze iets wil bereiken, gaat ze onverstoorbaar recht op haar doel af. Haar drijfveer in het leven? Zich inzetten voor anderen, voor vrouwen, voor homoseksuelen, voor mensen in de bijstand en voor allochtonen.

Tuinbroek

Inmiddels kan Ien haar ‘baas’ in Rotterdam maar niet uit het hoofd zetten. De vrouwen krijgen niet veel later een hechte band. Naast de politiek hebben de dames nog een gemeenschappelijke passie: tuinieren. In het openbaar weigeren Ien en Elisabeth te praten over hun privé-levens. Dat ze veel voor elkaar voelen ontkennen ze hevig. Maar voor de buitenstaander is het echter zonneklaar: ze zijn voor elkaar geschapen. Elisabeth is inmiddels burgemeester van Haarlem geworden. Als de brandweercommandant van de Spaarnestad zijn burgemeester bij een brand, midden in de nacht belt, neemt een nukkige Ien de telefoon van haar vriendin op. De twee worden vaak samen gezien. Samen gaan ze regelmatig op vakantie om zich te wijden aan de natuur en fossielen. Bij vrienden in het oosten van het land vinden ze hun paradijs. In stoere tuinbroeken harken ze samen in de moestuin. Fuchsia en cactussen kunnen zich met name in hun belangstelling verheugen. Ien houdt ook van koken. Vrienden vertellen dat ze geen onverdienstelijk kok is. In het Tweede Kamerrestaurant is ze bekend van haar onmatige eetpatroon: twee of drie uitsmijters hapt ze zo weg.

Ma Flodder

In 1987 wordt ze benoemd als burgemeester van Nijmegen. Een half jaar is ze op haar post als en Turkse familie met hagel wordt beschoten. Dales is er meteen om het gezin bij te staan. Van uiterlijk vertoon moet Ien niets hebben. Met haar verschijning, flodderige jurken en platte schoenen geeft ze blijk van solidariteit met de economisch zwaksten in de samenleving. Hier krijgt ze al snel de koos-naam Ma Flodder, naar het gelijknamige karakter uit de Nederlandse speelfilmreeks.

“Een beetje integer bestaat niet.”

Ien Dales bij haar installatie als burgemeester van Nijmegen (1987)

 

Haar ster rijst snel als ze na twee jaar burgemeesterschap gevraagd wordt door premier Lubbers minister van Binnenlandse Zaken te worden. Ze krijgt een zware verantwoordelijkheid op haar schouders. Zo staan integriteit van overheid en politie en de Wet Gelijke Behandeling bovenaan haar agenda. Als een leeuw vecht ze deze door de Tweede Kamer te krijgen. Strijdvaardig zegt ze: “Op grond van deze anti-discriminatiewet kan ik onder geen beding toestaan dat homoseksuele leerkrachten op een bijzondere school kunnen worden geweerd.” Dat ze zelf lesbisch is, speelt geen enkele rol in haar argumenten. Beroemd is haar uitspraak geworden dat: ‘een beetje integer niet bestaat’.

Vanuit haar christelijke overtuiging is iedereen gelijk. “Daarom wijs ik discriminatie af.” Voor haar was het een uitgemaakte zaak dat de overheid discriminatie nooit mocht toestaan. Ook ontwerpt ze een nieuw decoratiestelsel. Daarin ligt de nadruk op maatschappelijke verdiensten in plaats van status. De actieve burger moest voorop staan. Het stelsel werd ingevoerd in 1994. Koningin Beatrix is ‘not amused’.

Grote lijnen

Dat ze door bewonderaars wel eens is neergezet als feministe, kan haar niet bekoren. Bij haar installatie als minister: “Er is gelukkig niet gezegd dat ik de eerste vrouwelijke minister op Binnenlandse Zaken ben. Dat interesseert me namelijk geen bal.” Het valt haar niet altijd even makkelijk: de details interesseren haar niet zo. Ze heeft er geen boodschap aan. “Ien is echt een vrouw van de grote lijnen” zegt een directe collega. Het komt haar later zelfs op een officiële berisping van de Tweede Kamervoorzitter te staan.

Tijdens de grootste politie-reorganisatie aller tijden, blijkt ze een taaie onderhandelaar te zijn. Ze heeft een broertje dood aan lange gesprekken. “Ik wil geen grote verhalen houden, maar praktische zaken regelen.” Persoonlijk heeft ze een groot hart voor klein leed. Als de Maas begin jaren negentig in Limburg overstroomt en 12.000 bewoners geëvacueerd moeten worden, staat ze als een blok voor en naast ‘de mensen’. Voor hen kan ze niet meer stuk. Politiek gezien dendert ze door als een trein met een locomotief ervoor en erachter.

Hartaanval

Het jaar 1994 is net tien dagen oud als op een maandagochtend in het ochtendnieuws wordt gemeld dat de nacht ervoor minister Dales volkomen onverwachts is overleden. Een hartaanval wordt haar noodlottig. Het veroorzaakt een grote schok in het land. Premier Lubbers: “Je gaat door de grond, want je bent daar niet op voorbereid.”

Haar afscheid is indrukwekkend. Duizenden mensen nemen tijdens een bomvolle uitvaartdienst in de Utrechtse Dom afscheid van de markante bestuurder. In deze kerk woonde ze wekelijks een dienst bij. De laatste jaren met de liefde van haar leven: Elisabeth. Na de kerkdienst bewijzen meer dan tweeduizend mensen de laatste eer op de Arnhemse begraafplaats Moscowa. Met diep respect doorstaan ze de snijdende kou. De rouwstoet vanuit Utrecht is meer dan een kilometer lang en wordt begeleid door motoragenten. Drie vrachtauto’s brengen ladingen bloemen vanuit Utrecht naar de begraafplaats. De vraag blijft of haar leefstijl, overgewicht, haar rookverslaving en haar honderdurige werkweek haar fataal zijn geworden.

“Al dat gepraat over jezelf, dat is zonde van de tijd.”

Outing

Ien Dales heeft een grote stempel weten te drukken op een aantal bestuurlijke ontwikkelingen. Niet voor niets wordt ze als één van de grootste staatsvrouwen van de vorige eeuw beschouwd. De bestuurlijke herinrichting van ons land en de gelijkberechtiging van minderheden prijken hoog op haar conduitestaat. Met haar eigenzinnigheid, benaderend en oprechtheid maakte ze bij veel mensen indruk. Zelf is ze daar nuchter onder: “Al dat gepraat over jezelf, dat is zonde van de tijd.” Het persoonlijke en politieke heeft Ien altijd strikt gescheiden gehouden. Dat haar ‘baas’ Lubbers, zonder bijbedoelingen, later ooit zou opmerken dat ‘het (overlijden, PH) voor haar vriendin een enorme schok moet zijn’, had ze absoluut niet kunnen waarderen. Postuum geout worden, ze had ervan gegruwd. Haar ‘anders-zijn’ ging niemand wat aan.

Burgemeester Dales Lezing

Nijmegen is voor altijd verbonden met Ien Dales. Ieder jaar in januari organiseert de Stichting Burgemeester Dales Lezing in die stad de Dales-lezing. Sprekers in de afgelopen twee decennia waren onder meer Anil Ramdas, Gerard Spong, Rob Tielman, Femke Halsema en minister Ollongren. Op vrijdag 31 januari 2020 houdt Gerdi Verbeet de 23ste editie van de Burgemeester Daleslezing en wordt er tijdens deze avond de 24ste Dalesprijs uitgereikt.

Staatssecretaris Ien Dales en vice-minister-president Joop den Uyl tijdens de behandeling van het wetsontwerp voor een eenmalige uitkering aan de minimuminkomens (1981)