Fractievoorzitter Muus Groot reageert op declaratiekwestie Verdaas in Statenvergadering
Als provinciaal politicus die zich om zijn provincie bekommert en als lid van een emancipatiebeweging, zoals ik mijn PvdA zie, hoop je geïnspireerd te worden – en te blijven- door de vergezichten die politieke programma’s en geïnspireerde leiders je bieden. Je hoopt de gemeenten, die het zwaar hebben, bij te staan. Maar deze dagen lijkt onze provinciale politiek meer een peepshow van bonnetjes, ritjes, overnachtingen en ander klein-menselijk gedoe.
Co Verdaas trad af als staatssecretaris vanwege de discussie over zijn woonplaats en over de rechtmatigheid van zijn declaraties in zijn tijd als bestuurder van deze provincie. Het voegde een nieuw feit toe aan datgene wat bekend was bij het debat van een jaar geleden in deze Staten. Terecht constateerde hij dat de discussie over de regelmatigheid niet kan in een voorbeeldfunctie, waarin zijn integriteit boven alle twijfel verheven moet zijn. Bas Heine schreef dit weekeinde in de NRC: het gaat om vertrouwen, juist op een alledaags niveau.
Verdaas betaalt de tol voor een lichtzinnige omgang met het woonvoorschrift. Of zoals André Krouwel het formuleerde: “Wie belastinggeld gebruikt moet uiterste zuiverheid en transparantie in acht nemen”. Ik kan Verdaas niet verdedigen door te wijzen op zijn voortreffelijke prestaties als bestuurder en zijn menselijke omgangsvormen. Het gaat om zijn declaraties en hij moet zich daarvoor verantwoorden. Eventueel voor de rechter, als mevrouw Faber haar voornemen over aangifte doorzet. Ik waardeer het in haar dat zij voor TV-Gelderland heeft verklaard dat Co Verdaas zich niet heeft verrijkt. In de kluwen van politiek en media werd onterecht en niet-gecheckt soms een andere indruk gewekt.
Alle vervoersbewegingen en declaraties van GS-leden zijn openbaar en inmiddels nageplozen. Nog meer onderzoek kan daar, naar het oordeel van mijn fractie, weinig of niets aan toevoegen. We moeten nu conclusies trekken. Deze trekt de PvdA:
1. Co Verdaas had zijn declaraties waarheidsgetrouw moeten opschrijven en door dat niet te doen is er discussie over de rechtmatigheid ontstaan, zoals hij zelf zegt.
2. De overige gedeputeerden en de Commissaris van de Koningin hebben schriftelijk verklaard geen weet te hebben gehad van Verdaas’ declaraties inzake woon-werkverkeer. Wij hebben geen reden tot twijfel, maar horen we het graag in dit debat nog eens uit hun eigen mond bevestigd.
3. Voor zover de regels niet verduidelijkt en aangescherpt zijn, moet dit met onmiddellijke ingang gebeuren. Hierbij zou moeten worden uitgegaan van de gedachte dat het GBA-adres hetzelfde is als het woonadres. Wij gaan er van uit dat het complete oeuvre aan ons wordt voorgelegd ter controle.
4. Ook onder verscherpte regelgeving horen bestuurders en hun medewerkers die faciliteiten genieten, naar het woord van André Krouwel uiterste zuiverheid en transparantie in acht te nemen.
Wij kunnen niet gewoon overgaan tot de orde van de dag, zoals moties altijd besluiten. Er is publiek wantrouwen gegroeid en wij zullen vertrouwen moeten herwinnen. Niet door een motie, maar door onze moraal.