Column: stikstof, landbouw en onze Gelderse Streken

2 februari 2018

Stikstof, Landbouw en onze Gelderse Streken

Afgelopen zomer verscheen een publicatie over het effect van de neerslag van stikstof op de natuur in de bossen nabij Ede. Het beeld dat werd geschetst was alarmerend. Belangrijkste conclusie: als gevolg van de overdaad aan stikstof raakt de chemie van de bodem ontregeld. Zo ontstaat er een tekort aan allerlei voedingstoffen die voor vele organismen van levensbelang zijn. Een daarvan is calcium. Als gevolg van verzuring en calciumgebrek bleken veel soorten slakken binnen het onderzoeksgebied vrijwel uitgestorven. Eieren en kuikens van vogels voor wie deze slakken een belangrijke calciumbron vormen bleken in veel gevallen slecht ontwikkeld. Tegelijkertijd is stikstof juist in veel te hoge mate beschikbaar voor planten. Deze combinatie zorgt ervoor dat de voedingswaarde van planten sterk afneemt en dieren er niet meer van kunnen leven. Als bijkomend gevolg blijken veel eikensoorten verzwakt. In de toekomst zullen zij wellicht geheel verdwijnen uit dit soort natuurgebieden.

Naar aanleiding van deze berichtgeving besloot Provinciale Staten op initiatief van de PvdA een bijeenkomst te houden waar verschillende wetenschappers werd gevraagd hun licht over dit thema te laten schijnen. Over één ding zijn zij het roerend eens. Als er niet snel en slagvaardig wordt ingegrepen zal de biodiversiteit van de zogeheten ‘droge’ natuurgebieden op de Veluwe en in de Achterhoek de komende decennia in hoog tempo verder afnemen. Niet alleen diersoorten maar ook typerende planten en bomen gaan in dat geval naar verwachting verdwijnen. Deze Gelderse Streken zullen een wezenlijk deel van hun karakter en kwaliteit verliezen. De oorzaak? Neerslag van stikstof, voor een belangrijk deel afkomstig van de intensieve veehouderij.

Ik zal de laatste zijn om nu met het vingertje naar de landbouwsector te wijzen. De afgelopen decennia heeft de landbouwsector op uiterst succesvolle wijze datgene gedaan wat wij als maatschappij van haar hebben gevraagd: zo veel mogelijk voedsel produceren tegen zo laag mogelijke kosten. Aan deze productie en de bijbehorende keten werd door veel partijen overigens aanzienlijk meer verdiend dan door de betrokken agrariërs zelf. Helaas moeten we echter vaststellen dat het voldoen aan deze maatschappelijke vraag tot zeer ongewenste effecten heeft geleid, met het stikstof probleem voorop. Maatregelen zoals de Programmatische Aanpak Stikstof worden wellicht adequaat uitgevoerd maar lijken bij lange na niet het noodzakelijke effect te hebben.

Zoals gezegd, zou het onterecht zijn om de bal nu bij de sector te leggen en deze eigenstandig de problemen te laten oplossen. Nee, we zullen gezamenlijk tot een transitie van de sector en de daarmee samenhangende ketens moeten komen. Zorg voor de agrarische ondernemers vormt daarbij een centraal aandachtspunt. Als provincie kunnen we gaan zitten wachten tot een andere partij deze handschoen oppakt maar als onze Gelderse Streken ons daadwerkelijk dierbaar zijn, nemen we het voortouw. Wat mij betreft begint dat met de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op de toekomst van de Gelderse landbouwsector. Daarin leggen we vast hoe deze sector kan worden bevrijd uit de klem waarin we haar als maatschappij decennialang hebben gehouden om vervolgens te bezien hoe we haar in staat stellen om zich weer op goede wijze te verhouden tot haar omgeving en de belangen die daar spelen. In plaats van een bedreiging te vormen, kan zij dan een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van onze mooie provincie. Gedurende het proces zullen we zeker tot de conclusie komen dat dit we vraagstuk niet zonder landelijk beleid gaan oplossen. Maar door op korte termijn in Gelderland de eerste stap te zetten laten we zien dat we nú bereid zijn datgene te doen wat nodig is om voor toekomstige generaties prachtige Gelderse Streken achter te laten.