4 maart 2015

Keukentafelgesprek Ons Gelderland: Dick van Ommeren: “Mensen met een arbeidsbeperking zijn bovengemiddeld gemotiveerd om te werken".

Dick van Ommeren heeft bijna 48 jaar gewerkt bij het familiebedrijf Oostendorp en zich heeft opgewerkt van hulpmonteur tot directeur. Volgens Dick heeft een familiebedrijf vaak oog voor het sociale aspect, dat past bij mij. Als een bedrijf goed is voor de mensen, dan is dat omgekeerd ook zo. Het is de beste investering die je kan doen. Er werken soms wel 3 generaties in het bedrijf en jaarlijks wordt van onderaf het personeelsbestand “ververst”. We nemen in ieder geval jaarlijks 2 tot 3 jongeren aan (ook al hebben we soms niet direct werk voor hen). Deze leerlingen worden via ons “eigen” opleidingsinstituut verder opgeleid. Ze werken 3 weken (praktijk) en gaan 1 week naar school (theorie). Ook voor zittende werknemers hebben we verschillende opties voor cursussen en scholing.

Kunnen er in “het vrije bedrijf” mensen met een arbeidsbeperking aan de slag en hoe kan een werkgever daarmee om gaan? Volgens Dick heeft ieder bedrijf absoluut werk voor deze mensen. Ik vind het ook een sociale plicht voor een werkgever. Bij mijn bedrijf zijn op het moment 2 mensen met een Wajonguitkering aan het werk. In ons bedrijf is iemand als gevolg van een ongeluk gehandicapt geraakt en ook hij is aan het werk. We hebben daarvoor een gehandicaptentoilet en een lift aangebracht.

Het is belangrijk, dat je stuurt op talenten, gericht kijkt naar plussen en minnen. Het betekent dat je mensen de 1e twee jaar bij de hand neemt. Kijkt wat bij ze past, en zorgt dat ze op een plek terecht komen waar ze zich thuis voelen en gedragen worden door de organisatie.

Eigenlijk denk ik dat mensen met een arbeidsbeperking bovengemiddeld gemotiveerd zijn om aan de slag te gaan. Vaak hebben ze al veel tegenslagen moeten overwinnen. Ons bedrijf wil daar tijd aan besteden. Als straks meer mensen met een arbeidshandicap in het vrije bedrijf aan de slag moeten is het belangrijk, dat je als gemeente weet om hoeveel mensen het gaat en de doelgroep kent. En dat je een goeie inventarisatie hebt van de bedrijven die er lokaal en regionaal zijn. Je moet niet met hagel schieten, maar gericht zoeken naar beschikbaar werk.

Wat ik trouwens wel lastig vind, zegt Dick, zijn al die tussenlagen. Bijvoorbeeld de re-integratie bureaus. Er zijn veel regels, controle, en iedereen moet er aan verdienen. We leven een beetje in een achterdochtmaatschappij. Als iedereen zijn vakmanschap uitoefent – doen waarvoor je bent en verantwoordelijkheid nemen – dan kan de helft van al die procedures worden ingekort en versimpeld.

Aanbesteden in de regio blijft een lastig verhaal. Soms wordt de norm zo hoog gelegd dat lokale of regionale partijen niet in aanmerking komen. Terwijl je misschien, als je de procedure anders insteekt ook lokale en regionale bedrijven meer kansen zou kunnen geven. Soms lijkt er te weinig expertise in huis bij de regio om dit mee te nemen bij aanbestedingen.

Uit: www.onskeukentafelgesprek.nl

Waar ben je naar op zoek?