20 december 2013

Het dilemma van Adri Duivesteijn: een herkenbare tweestrijd

Adri Duivesteijn verkeert tussen Scylla en Garibdis.

Hij kan stemmen tegen een akkoord dat hem niet zint. Die tegenstem zal de verhouding tussen de PvdA, de VVD en de drie herfstakkoord partijen die het kabinet op een aantal punten steunen bepaald niet verbeteren. De consequenties van deze tegenstem zijn niet te overzien. Het kabinet zal wel niet vallen, maar het stemgedrag van Duivesteijn zal ongetwijfeld enige scheurtjes in de toch al niet zo ideale combinatie van VVD en PvdA veroorzaken. En de herfstakkoord partijen zullen zich bekocht voelen. Zorgen zij ervoor dat het kabinet voldoende steun krijgt voor zijn plannen, ook in de Eerste Kamer, en dan wordt die steun bedreigd door het stemgedrag van een lid van een van coalitiepartijen!

Adri Duivesteijn kan ook stemmen voor het woonakkoord. Dat betekent voor hem enig gezichtverlies, maar daar komt hij wel weer overheen. Het kabinet kan rustig gaan slapen, terwijl Adri in zijn bed ligt te woelen. Wat heeft hij gedaan? Ook met de toezeggingen van de minister is het woonakkoord een slecht akkoord dat naar de prullenbak verwezen had moeten  worden.

Het dilemma van Adri Duivesteijn is voor iedere politicus herkenbaar. Ook in de Staten van Gelderland. Neem onze PvdA fractie. De afspraak is dat we als fractie met één mond spreken en dat we altijd – na een stevige discussie – gezamenlijk voor of tegen stemmen. Alleen bij heel principiële bezwaren kan iemand toestemming krijgen voor afwijkend stemgedrag.

Door deze regel overkomt het mij wel eens dat ik met frisse tegenzin een stem moet uitbrengen voor een plan waarin ik niets zie. Waarvan ik na de stemming het gevoel overhoud: waar heb ik nu voor gestemd? Voor een voorstel dat ik in de archieven zou willen opbergen met de mededeling: afgevoerd. Nooit meer naar kijken!

Eigenlijk vallen de consequenties van afwijkend stemgedrag in de Staten mee. Zelden zal één PvdA tegenstemmer de doorslag geven. Meestal zijn er evidente meerderheden en doet een enkele dissident er niet toe. Toch blijft het uitgangspunt dat de fractie de rijen sluit bij stemmingen gehandhaafd. Het is een geloofsartikel geworden dat niet gemakkelijk wordt losgelaten.

Terug naar Adri Duivesteijn. Eigenlijk neem ik mijn petje af voor een senator die bij zijn mening blijft. Ook als zijn vasthoudendheid consequenties heeft voor de relaties in het kabinet en in de beide kamers. Ik zou de strijdbijl al lang hebben neer gelegd omdat ik de betrokken partijen niet door een tegenstem in een lastige positie zou willen brengen.

Nu ik dit schrijf, is nog niet bekend wat Duivesteijn gaat doen. Zoals gezegd: hij beweegt zich tussen Scylla en Charibdis. Gemakkelijk wordt dat nooit.

Mijnke Bosman, Statenlid

Mijnke Bosman

Waar ben je naar op zoek?